Voorschriften voor contactdozen
- uitsluitend bestemd voor wisselstroom;
- met of zonder aardcontact;
- met een toegekende spanning van meer dan 50 V, maar niet hoger dan 440 V;
- met een toegekende stroom van maximaal 32 A (maximaal 16 A voor wandcontactdozen met schroefloze of isolatiedoorborende klemmen); en
- bestemd voor huishoudelijk en dergelijk gebruik, zowel binnens- als buitenshuis.
De normenreeks is bindend verklaard door een MB van 27 juli 1981 (in uitvoering van o.a. artikel 11 van het AREI). Ook twee andere Ministeriële besluiten vereisen de conformiteit ermee:
- MB van 28 juli 1978 inzake de contactstoppen en de aansluiting van beweegbare toestellen, genomen in uitvoering van artikel 7, tweede lid van het KB van 23 maart 1977 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke bepaalde elektrische machines, apparaten en leidingen moeten bieden;
- MB van 16 maart 1993 betreffende de verlengsnoeren met een koppelcontactstop of met tafelcontactdozen, met of zonder oprolmechanisme.
Risico’s bij montage
Deze constructie werd daarom verboden, hoewel er op dat moment nog geen verificatietest werd opgenomen. Punt 13.4 van de norm vermeldt:
Bovendien moeten de wandcontactdozen voorzien van schroefloze klemmen de mogelijkheid bieden het deksel of de afdekplaat makkelijk te plaatsen en te verwijderen zonder de aansluit- en/of ontgrendelingsmiddelen van de schroefloze klemmen te activeren.
De conformiteit wordt gecontroleerd door nazicht en door een installatieproef, waarbij gebruik wordt gemaakt van geleiders met de grootste nominale kerndoorsnede vermeld in tabel 3.
NOTA Bijkomende testen zijn ter studie.

Bijsturing op internationaal vlak
De Belgische vertegenwoordiging heeft dit veiligheidsrisico ter discussie gebracht in de werkgroep SC23B van het Internationaal Elektrotechnisch Comité (IEC). Na een grondige analyse werd ook de IEC 60884-1 aangepast en werd een testprocedure uitgewerkt.
Het monteren van de bevestigingsmiddelen aan de achterzijde werd niet verboden, maar er werden bijkomende testen geïntroduceerd. Die testen zijn nu opgenomen in het Belgische normontwerp.
Bovendien moeten de contactdozen met schroefloze klemmen zodanig gebouwd zijn dat de inrichtingen voor het aansluiten en/of loskoppelen van de schroefloze klemmen niet kunnen worden geactiveerd door de geleiders tijdens en na de installatie van de wandcontactdoos in de montagedoos of tegen de muur.
OPMERKING 2 Deze eis betekent niet dat de aansluit- en/of loskoppelinrichtingen niet mogen worden aangeraakt door de geleiders.
OPMERKING 3 Aan deze eis kan worden voldaan door de plaatsing van de aansluit- en/of loskoppelinrichtingen en/of het gebruik van barrières of beschermkragen die rond de aansluit- en/of loskoppelinrichtingen worden geplaatst.
De conformiteit wordt gecontroleerd door nazicht en bij twijfel door de volgende proef.
Bijkomende eisen voor verplaatsbare contactdozen
Ook de eisen voor verplaatsbare contactdozen worden in het normontwerp bijgesteld. Aangezien verplaatsbare contactdozen vaak voorzien zijn van middelen voor het bevestigen van de contactdozen tegen een wand, moeten ze hetzelfde veiligheidsniveau garanderen als wandcontactdozen. In artikel 14 van de norm werd daarom een nieuwe paragraaf 14.26 toegevoegd, die de bijkomende testen beschrijft die in dat geval nodig zijn.
Belgische aanpassingen
Naast het aligneren van de Belgische norm met de internationale IEC 60884-1, voorziet het normontwerp nog twee, specifiek Belgische aanpassingen. De eerste betreft een redactionele wijziging aan het standaardblad V, dat in lijn wordt gebracht met het standaardblad voor contactdozen met penaarde in de Franse norm. De achterliggende gedachte daarbij is dat afwijkingen die geen toegevoegde waarde hebben, zo veel mogelijk moeten worden vermeden. De diepte van de put in het voorvlak van de contactdoos, zal in de volgende editie van de norm een ruimere tolerantie hebben. Die aanpassing heeft echter geen gevolgen voor de veiligheid.
Een tweede, belangrijker wijziging betreft de bijkomende testen voor de bevestigingsmiddelen van wandcontactdozen. Voor de bevestiging in vaste wanden worden hiervoor in België vaak klauwen gebruikt, in combinatie met vierkante inbouwdozen. Marktonderzoek heeft echter uitgewezen dat deze bevestigingen vaak niet bestand zijn tegen het te verwachten gebruik. Het risico dat de contactdozen uit de wand komen, is daardoor zeer groot. In het normontwerp zijn daarom twee nieuwe paragrafen (24.20 en 24.21) opgenomen met de nodige en essentiële testen om de veiligheid te verhogen.
Hoe deelnemen ?
Opmerkingen en suggesties op de ontwerpnorm kunnen nog tot 15 januari 2017 ingediend worden, waarna de nieuwe editie NBN C 61-112-1:2017 wordt gepubliceerd. U kan de ontwerpnorm raadplegen op de Public Enquiry Portal. Om uw opmerkingen en suggesties door te sturen, klik rechts op de tekstballon.
Nieuwe revisie in aantocht
Wellicht zal onmiddellijk na de publicatie een nieuwe herziening opgestart worden, aangezien bij het IEC een nieuwe editie van de IEC 60884-1 in voorbereiding is. Daarin zal het gebruik van contactdozen en stekkers bij het laden van elektrische voertuigen aan bod komen. Ook krimpverbindingen, die vooral gebruikt worden bij aangegoten stekkers en vaak aanleiding geven tot slechte verbindingen, zullen dan worden behandeld.
Zie ook:
- Toelichting bij AREI, art. 11: Naleving van verplicht gemaakte normen
- Toelichting bij AREI, art. 204: Verbindings-, aftak- en inbouwdozen
- Ministerieel besluit van 16 maart 1993 betreffende de verlengsnoeren met een koppelcontactstop of met tafelcontactdozen, met of zonder oprolmechanisme
- Ministerieel besluit van 27 juli 1981 waarbij verschillende normen bindend worden verklaard
Rony Haentjens, voorzitter van de studiecommissie 23B van het BEC en Certification and Standardization officer bij NIKO
Bureau voor Normalisatie (NBN) - Publicatie ter kritiek, bl. 47785 (B.S., 5 augustus 2016)
Gepubliceerd op 07-09-2016