Niet-huishoudelijke installaties
De bepalingen die uitsluitend van toepassing zijn op ondernemingen of organisaties, worden expliciet aangeduid met ‘niet-huishoudelijk’, voor de bepalingen die uitsluitend op het residentiële vlak van toepassing zijn, wordt de term ‘huishoudelijk’ vermeld.
Beschermingsmaatregelen bij onrechtstreekse aanraking
In het verleden maakte het AREI voor de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking een onderscheid tussen installaties op werkplekken met en zonder BA4/BA5. Op werkplekken zonder BA4/BA5 waren dezelfde maatregelen van kracht als voor huishoudelijke installaties. Dit is niet langer zo, in het nieuwe AREI gelden nu voor alle niet-huishoudelijke installaties de voorschriften die voordien alleen golden voor installaties met BA4/BA5.
Voor meer details verwijzen we naar onderafdeling 4.2.4.4. Bescherming tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking in niet-huishoudelijke ruimten.
Nieuw: toestellen voor automatische wederinschakeling
De toestellen voor automatische wederinschakeling zijn bedoeld om beschermingsinrichtingen (automatische schakelaar en differentieelstroominrichting) na een uitschakeling door een fout automatisch terug in te schakelen om zo de bedrijfscontinuïteït te herstellen. Onderafdeling 5.3.3.5 preciseert aan welke specifieke voorwaarden deze toestellen moeten voldoen en in welke gevallen de installatie ervan verboden is.
Veiligheidsslot
In voor het publiek toegankelijke ruimtes was het vereist dat de deuren van een ruimte van de elektrische dienst (art. 47) of van bijvoorbeeld verdeelborden (art. 49) uitgerust waren met een veiligheidsslot. In de nieuwe reglementering wordt duidelijk bepaald wat niet als veiligheidsslot kan worden beschouwd: een slot dat kan worden geopend met een universele sleutel of door middel van handgereedschap (een tang, een schroevendraaier …). Ook de uitzonderingen die van toepassing zijn voor het plaatsen van een veiligheidsslot, worden gedefinieerd.