Auteurs: Sophie Van de Vyver & Marc Hoppenbrouwers
Minstens eenmaal per jaar moet de interne preventiedienst een grondig onderzoek verrichten van de arbeidsplaatsen en werkposten (Codex art. II.1–6, 1° c). Een letterlijke lezing van deze wettekst (van, niet op de arbeidsplaatsen en werkposten) laat de interpretatie toe, dat deze niet elk jaar fysiek moet worden bezocht. Toch is het aangewezen om ook daadwerkelijk op geregelde tijdstippen een rondgang op de werkplaats en werkposten te organiseren en niet enkel in het kader van het CPBW. Door fysiek werkplaatsen en werkposten te bezoeken, krijgen we een beter inzicht in de aanwezige gevaren. Vervolgens kunnen we de risico’s vaststellen, nader bepalen en evalueren. Dit gebeurt meestal niet op de werkvloer, maar op kantoor (bureauwerk). Op basis van de risicoanalyse kunnen we dan weer maatregelen formuleren en een actieplan opstellen.
Gepubliceerd op 19-04-2018